Op 17 december 2011, precies twee maanden nadat wij Noord Korea hebben verlaten, overlijdt Kim Jong-il aan een hartaanval. Noord Korea is in diepe rouw gedompeld en op de televisie zien we beelden van wanhopig schreeuwende en huilende mensen. De reden waarom wij nu naar Noord Korea zijn gereisd is omdat dit het laatste echte communistische bolwerk ter wereld is. We konden ons niet voorstellen dat dit over een jaar of vijf nog zou bestaan. Toen wij uit Noord Korea terugkwamen, waren wij ervan overtuigd dat dit regime nog heel lang zou standhouden. De devotie voor de beide Kims is ongekend en grenst aan godenverering. Overal waar je komt hangen foto’s van beide heren aan de muur, vol overtuiging buigen de Koreanen voor ieder standbeeld dat ze zien. Dagelijks worden er verse bloemen gelegd bij de monumenten. Het is onvoorstelbaar. Nee, we geloven niet dat verandering van binnen uit kan komen. De indoctrinatie zit diep. En van buiten uit? Dit land is failliet en heeft geen bodemschatten die het voor andere landen de moeite waard zouden maken om binnen te vallen. Het land dat nog enig belang zou kunnen hebben is Zuid Korea, maar zij zijn zich er terdege van bewust dat het noorden aan de rand van de afgrond staat. Wie dit land ook onder zijn beheer zou krijgen moet er heel veel geld en energie in investeren om het weer leefbaar te maken. Nee, toen wij weer veilig thuis waren was volgens ons de enige hoop op bevrijding als Kim Jong-il zou komen te overlijden. Wie weet zou er dan een frisse wind door het land gaan waaien. Wisten wij veel dat dit twee maanden later al zover zou zijn... Ook wij keken vol spanning naar de beelden die door de Noord Koreaanse staatspartij naar het buitenland werden gestuurd. Beelden van mensen die hysterisch huilen, beelden van drommen rouwende mensen langs de route van de rouwauto. En beelden van Kim Jung-un, de jongste zoon van de Geliefde Leider en de 'Grote Opvolger'. Dit zou de man zijn die verandering in het land moet brengen. Maar vanaf de eerste beelden werd al duidelijk dat deze jonge man een regelrechte kloon is van zijn vader. De staatsbegrafenis van Kim Jong-il lijkt als twee druppels water op die van zijn vader Kim Il-sung in 1994. En later wordt ook bekend dat Kim Jong-il uitgeroepen is tot 'Eeuwige Leider' zoals zijn vader 'Eeuwige President' werd na zijn dood. Kim Jong-il is ondertussen naast zijn vader bijgezet in het Kumsusan Memorial Palace waar hij ook voor eeuwig, gebalsemd tentoongesteld zal worden. Na onze terugkomst zijn wij ons ook verder gaan verdiepen in de verhalen van mensen die het regime zijn ontvlucht. En wat je leest gaat alle verbeelding te buiten. Verhalen van honger, van terreur, van indoctrinatie van het hoogste niveau. Noord Koreanen leven in voortdurende angst. Eén verkeerd woord kan je een levenslange opsluiting in de werkkampen opleveren. En iedereen is een spion. In wekelijkse bijeenkomsten moeten Koreanen elkaar vertellen wat ze allemaal fout hebben gedaan afgelopen week, en niet alleen over zichzelf, maar ze moeten ook elkaar beschuldigen. Als ze niets te bekennen of te beschuldigen hebben wordt dat gezien als verraad en loop je kans naar een kamp gestuurd te worden. In deze kampen overleven maar weinig mensen want er is nagenoeg geen voedsel en het werk is zwaar en gevaarlijk. De sterfte is ongelooflijk hoog. Momenteel schijnen naar schattingen 300.000 mensen in kampen te verblijven. Geen wonder dus dat er zo uitbundig en hysterisch werd gerouwd om de dood van de Geliefde Leider. Als je niet hard genoeg huilt zou dat ook weer een teken van verraad kunnen zijn. En je weet maar nooit of de man of vrouw naast je dat zal rapporteren. Toen de dood van Kim Jong-il bekend werd is ons vaak gevraagd of we nu dachten dat er iets zou veranderen in Noord Korea. Wij hebben hierover onze mening moeten bijstellen. Wij zijn bang dat er voor de Koreanen niets gaat veranderen. De indoctrinatie is erg effectief, mensen hebben geen idee wat zich buiten de grenzen van het land afspeelt. Ze weten zelf niet wat voor een armoe en honger ze leiden want ze denken dat het buiten het land nog erger is. Maar het grootste probleem is de angst. Angst voor het regime maar vooral ook angst voor elkaar.