Op reis met de familie KIMOp_reis_dag_2.html
TijdlijnTijdlijn.html
HomeWereldfotos.html
Op_reis_dag_2.html
 

Nou, daar zitten we dan, in Noord Korea. Wat een dag. Vanmorgen zijn we vanuit Beijing naar Pyongyang vertrokken. Vanuit het hotel in Beijing gingen we met een taxi naar de metro want het was net even te ver lopen met onze bagage. Het is moeilijk communiceren met zo’n taxichauffeur in Beijing. Engels is er niet bij, geen woord en aangezien ze uit 'Chinese' beleefdheid overal ja op zeggen hadden we geen idee of hij ons had begrepen. Hij kon ons wel overal heen brengen, maar gelukkig reed hij toch rechtstreeks naar het station. Vanuit Dongzhimen Station, gelegen in het centrum van Beijing, kun je met de Airport Express rechtstreeks naar het internationale vliegveld. Een perfecte uitvinding want voor een 25 yuan per persoon sta je binnen een half uur op ‘Beijing Capital Airport’ (PEK). Geen enkele reden dus om een paar honderd yuan voor een taxi neer te tellen. We waren natuurlijk veel te vroeg op het vliegveld, maar we zijn ondertussen best goed geworden in wachten. Het vliegveld is enorm en bijna leeg, althans in ‘Terminal 3’ de vertrekhal waar wij op moesten stappen. Vanuit de vertrekhal gingen we met een bus naar het vliegtuig. Logisch natuurlijk, want wie wil er nu in vredesnaam naar Noord Korea. Het zal toch geen grote Boeing zijn? Heel veel meer dan een Chessnaatje zal er volgens ons toch niet nodig zijn voor die anderhalve man en een paardenkop die zich aan dit land waagt. Maar dat viel mee, het was best een redelijk vliegtuig, en wij waren ook niet de enige toeristen. Er zat in ieder geval een groepje Oostenrijkers in het vliegtuig, en een stelletje erg irritante Russen. We hebben beide best al wat van de wereld gezien, maar nu waren we toch wel wat nerveus. We hadden geen idee wat we konden verwachten. Alle spookverhalen over Noord Korea kunnen toch niet waar zijn? Moet je werkelijk je telefoon inleveren? Mag je je iPad wel bij je houden? Is onze camera niet te groot? Spreken de mensen wel Engels? Straks sta je op het vliegveld en heb je geen idee waar je naartoe moet. En  als er iets is kun je dan met de mensen praten of een en ander uitleggen? Kortom, we gingen een groot avontuur tegemoet. Het was maar anderhalf uur vliegen en direct na het opstijgen kregen we al drie formuliertjes om in te vullen. De gebruikelijke douane-formulieren maar dan net even iets uitgebreider; een gezondheidsverklaring en een immigratiebriefje waarop we in alle eerlijkheid hebben ingevuld dat we een telefoon, een iPad (met GPS) en cash geld bij ons hebben. Verder wordt er gevraagd of je een losse GPS bij je hebt en of, en zo ja welke boeken en tijdschriften je mee denkt te nemen over de grens. Het grootste probleem was het immigratiebriefje, want dat was enkel voorradig in het Koreaans en niet in het Engels. Tja .....waarom zou je ook. In eerste instantie hebben we geprobeerd de Koreaanse symbolen met de tekst op de andere tweetalige briefjes met elkaar te vergelijken, maar dat bleek al gauw een onmogelijke opgaaf. Als voorproefje wat ons nog te wachten stond, sprak maar één van de stewardessen een heel klein beetje Engels. Met de hulp van deze ene allerliefste Chinese mevrouw heeft het hele vliegtuig uiteindelijk iets op het papiertje gekregen waar de beambten, naar later bleek, tevreden mee waren. Direct na de landing begint het avontuur! Het taxiën naar de aankomsthal van Sunan International Airport is al een belevenis op zich. Een oude betonnen weg dwars over een groot braakliggend stuk land. Het doet nog het meest denken aan een enorme bouwput met niks. Geen gebouwen, geen verkeerstoren zelfs geen andere vliegtuigen. Als we de aankomsthal naderen staan daar uiteindelijk toch een aantal witte vliegtuigen met rood opschrift Koryo Air. Duidelijk eigendom van de Noord Koreaanse (staats)vliegmaatschappij waarvan de vliegtuigen overal in de wereld op de zwarte lijst staan van de meest onbetrouwbare vliegtuigen. Van deze maatschappij vliegen er momenteel nog twee toestellen, éénmaal per week, van Peking naar Pyongyang. En uiteraard gelukkig voor de toeristen ook weer terug. Overigens de enige twee toestellen van Koryo Air met landingsrechten op Beijing. Gelukkig hebben wij gekozen voor de andere maatschappij die deze luchtbrug mag onderhouden, China Southern. Als we de toestellen aan een nadere blik onderwerpen blijken er in geen van de toestellen ramen te zitten. Bij de meeste toestellen ontbreken ook de motoren. Waarschijnlijk fungeren deze wrakken als onderdelenmagazijn voor de twee nog vliegende exemplaren.  Tot onze verbazing is de douane redelijk efficiënt en doet zeker niet moeilijk. Als we vanaf de landingsbaan het gebouw inlopen worden blind onze  gezondheidsverklaringen ingenomen. Het volgende briefje wordt bij de paspoortcontrole ingenomen en weer zonder er ook maar één blik op te werpen. We moeten wel wat routinevragen beantwoorden zoals wat voor werk we doen. Aangezien we beide voor de overheid werken moet dat in dit land wel indruk maken. Tot mijn verbazing vraagt de beambte in zeer gebrekkig engels: “What programs do you use?”. De man ziet mijn verbaasde- en in zijn ogen waarschijnlijk ook zeer domme blik en zegt: “You know, like Word”. Ik begrijp nu waar hij naar toe wil en antwoord in de hoop het juiste antwoord te geven met “I use them all .... Excel, Word, Outlook .... uhh .... in the office”. Hij glimlacht en zegt duidelijk tevreden met het antwoord “Good programs”. Vervolgens zet hij het langverwachte stempel in mijn paspoort en mag ik doorlopen. Nu alleen nog de bagagecheck. Het douanebriefje geven we af, maar ook daar wordt niet naar gekeken. Wel wordt er direct naar onze mobiele telefoons gevraagd. Die moeten we meteen inleveren. Vervolgens worden deze netjes in een zwart fluwelen zakje gestopt met een nummer erop. We krijgen geen ontvangstkaartje of zoiets, dus of we de telefoons ooit nog terug gaan zien is niet helemaal duidelijk. Ik mag gelijk doorlopen, maar Annemieke wordt uit de rij gehaald en moet haar rugzak open maken. Oh oh, nu moeten we vast alsnog de iPad inleveren. De douanebeambte kijkt vol interesse naar de camera, en leest uitgebreid de specificaties aan de zijkant van de lens. Ergens hebben we gelezen dat je geen grote zoomlenzen mee mocht nemen. Zou het dan toch waar zijn? Maar gelukkig geeft de lens geen problemen, en hij legt hem weer netjes terug in de tas. De laatste rits ziet hij niet, en dus gaat de iPad ongezien mee het land in. En dat terwijl we hem wel op het briefje hebben aangegeven. Ze kunnen ons in ieder geval niets verwijten. Ondertussen hebben we een aantal Koreanen gezien die mensen kwamen afhalen die uit ons vliegtuig kwamen. Maar voor ons heeft niemand zich nog gemeld. We staan nu bij de uitgang van het vliegveld, maar er staan niet zoals in andere landen gebruikelijk is drommen mensen met naambordjes en reisgezelschappen. Wat nu? Ik wordt aangesproken door een meisje dat heel zacht iets aan mij vraagt maar ik versta haar niet. Het blijkt dat ze wil weten waar ik vandaan kom. Wat is dit nu weer? Terwijl we in het rond kijken of iemand ons komt ophalen, vertel ik dat we uit Nederland komen. Het meisje denkt even na en vraagt dan naar mijn naam. Het blijkt onze gids te zijn. Zeg dat dan meteen! Er komt een tweede vrouw aanlopen, ietsje ouder. Ze vraagt of we onze telefoons nog hebben maar we geven aan dat we die hebben moeten inleveren. We vragen haar hoe we na de vakantie weer aan onze telefoons komen. Wij komen hier immers niet meer terug omdat wij voor de terugreis naar Beijing voor de trein hebben gekozen. Direct verdwijnt het jonge meisje, met een van onze paspoorten achter de schermen van de douane. De andere vrouw neemt ons alvast mee naar buiten naar onze bus waar we kennismaken met onze, naar later blijkt, altijd goedlachse chauffeur. De vriendelijke man spreekt geen woord Engels. Jammer, maar met hem kunnen we dus in ieder geval de komende tien dagen geen woord wisselen. Tot op de dag van vandaag weten we trouwens nog steeds niet hoe hij heet. Luxe hoor, ons eigen busje voor deze reis. De tweede gids is gelukkig een stuk beter te verstaan dan het jonge meisje. Ze vertelt wat over het land en over de auto’s die we zien staan. Blijkbaar zijn hier nagenoeg alle auto’s staatseigendom, je herkent ze aan de witte nummerborden. Op het parkeerterrein zien we ook een rood nummerbord. Volgens de gids is deze kleur gereserveerd voor diplomaten. Verder zijn inderdaad alle nummerborden wit. Een geel nummerbord betekent dat het om een privé-auto gaat, maar die zijn er niet zo veel zegt ze.

Vrijdag 7 oktober 2011

Pyongyang

Welkom in Noord Korea!

1

oktober 2011

7
8Op_reis_dag_4.html
9Op_reis_dag_5.html
10Op_reis_dag_7.html
11Op_reis_dag_9.html
12Op_reis_dag_11.html
13Op_reis_dag_13.html
14Op_reis_dag_15.html
15Op_reis_dag_17.html
16Op_reis_dag_19.html
17Op_reis_dag_21.html

(Klik op de kaart om te vergroten)

NawoordNawoord.html
SamenvattingSamenvatting.html
BoekenBoeken.html
DocumentairesDocumentaires.html
Foto’shttp://nicokoppers.nl/Site/Noord%20Korea/index.html
LinksAndere_sites.html